De Skinner Methode is het langverwachte vervolg op De Dode Kamer, waarmee Bronja Hoffschlag in 2014 de Hebban Crimezone Debuutprijs won.
“Je hebt ze over me horen praten. De anderen. Je hebt de verhalen gehoord en geloof me, ze zijn allemaal waar. Allemaal. Ik ben de jager... Het monster... Slechts menselijk, totdat het beest loskomt uit zijn ketens en de duisternis hem tot zich neemt. Welnu, het beest is los en hij komt voor je...”
De Nederlandse architect Misha Larsen zit sinds zijn veroordeling wegens doodslag in een Amerikaanse staatsgevangenis. Slechts een handvol mensen weet dat hij in werkelijkheid op een wraakmissie is en een dodenlijst afwerkt. Door onvoorziene omstandigheden ziet Misha zich gedwongen om een pact te sluiten met seriemoordenaar Donald Skinner om ook de volgende naam van zijn lijstje te kunnen schrappen, maar lang niet iedereen is gecharmeerd van zijn nieuwe bondgenoot en Misha is niet de enige met een ‘Plan B’. Ondertussen verdiept zijn broer Lennart zich op Misha’s verzoek in het verleden van Skinner en stuit daarbij op schokkende gebeurtenissen, waarbij feit en fictie naadloos in elkaar overlopen. Vastbesloten gaat Lennart op zoek naar de waarheid achter de legende. Hij komt erachter dat sommige dingen beter begraven hadden kunnen blijven, wanneer zijn research hem steeds terugleidt naar de man met wie het ooit allemaal begon: sekteleider Macchias Dawson, die zelfs vanuit het graf aan de touwtjes lijkt te trekken.
#1 in de Hebban Leesclub Hall Of Fame
Over 'De Skinner Methode':
'Ze is door haar detaillistische benadering en minutieus uitgewerkte dialogen in staat een haast luguber realistische schrijfstijl te hanteren. De ‘kippenvel-momenten’ zijn niet alleen talloos maar presenteren zich ook vrij onverwacht. Daarnaast besteedt ze veel aandacht aan de verdieping van haar personages. Wat hierbij direct opvalt is dat ze, als vrouwelijke auteur, erg goed heeft nagedacht over mannelijke reacties en dito taalgebruik. Hoffschlag is in staat om als man te denken, te spreken, te reageren en te handelen. En dat is zeker geen vanzelfsprekendheid bij Nederlandse vrouwelijke auteurs.' - Hebban